Hoe Roël Joles’ liefde voor bergsport leidde tot een boomverzorgingsbedrijf

Passie voor bergen en bomen, maar vooral voor het team

Boomverzorger Roël Joles doet zijn werk op grote hoogte. Dagelijks klimt hij in bomen om snoeiwerkzaamheden uit te voeren. Als fervent bergbeklimmer spreekt deze sportieve uitdaging hem aan. Toch liggen zijn drijfveren op een ander vlak: “In ons bedrijf staan teamwork en duurzaamheid centraal.”

Een klimtoestel met touwen en ringen, een hoogwerker en grote schijven hout: de voorwerpen in de tuin van Roël Joles verraden zijn beroep. Als hij de deur opendoet en mij begroet, springt zijn hond mij blij tegemoet. Ook zijn zoontje wil wel even zien wie er op bezoek komt. Na deze ontvangst praat ik met Roël aan de huiskamertafel over zijn leven en werk als boomverzorger.

Je bent opgeleid als docent lichamelijke opvoeding. Hoe kwam je op het idee om als boomverzorger aan de slag te gaan?

“Toen ik op de HAVO zat, zocht ik een leuke manier om wat bij te verdienen. Een jongen uit mijn klas had hier en daar weleens een tak afgezaagd. Zelf had ik ervaring met bergsport en bezat een klimuitrusting. Samen kwamen we op het idee om ons met boomverzorging bezig te houden. We zijn er toevallig ingerold en dat is flink uit de hand gelopen.”

“Na de HAVO ging ik naar de ALO om gymleraar te worden. Tijdens mijn opleidingen heb ik steeds als bijverdienste in de boomverzorging gewerkt. Toen ik afgestudeerd was, heb ik mijn werk als gymleraar en boomverzorger ongeveer tien jaar gecombineerd. Ik werkte toen nog steeds samen met de jongen met wie ik dit avontuur begonnen ben.”

Na deze tien jaar gaat Roël naar Australië om daar te reizen en te werken. Door zijn ervaring met boomverzorging en doordat hij zijn klimuitrusting bij zich heeft, is hij op veel plekken welkom. Aangekomen in de stad Darwin pleegt hij twee telefoontjes en kan de volgende dag meteen aan de slag als boomverzorger. Dat hij uit Nederland komt blijkt een voordeel. Het niveau van boomverzorging in Nederland is hoog, omdat het een dichtbebouwd land is.

In Australië werkt Roël steeds twee of drie weken op één plek. Dan heeft hij genoeg geld verdiend om verder te reizen en weer een nieuwe werkplek te zoeken. Zo reist hij een jaar rond in dit uitgestrekte land.

Met welke visie ben je daarna jouw bedrijf gestart?

“Toen ik terugkwam wist ik zeker dat ik zelf een bedrijf wilde starten en ook hoe ik het wilde doen. Tijdens mijn reis ben ik erachter gekomen welke waarden voor mij echt belangrijk zijn in het werk: de omgang met elkaar in een team en het behoud van de natuur en de bomen. Op basis van die visie ben ik mijn bedrijf in bewuste boomverzorging gestart. Mijn bedrijf bestaat nu zeven jaar. Twee jaar geleden heb ik mijn jeugdvriend Alexander als compagnon in het bedrijf gevraagd. Doordat wij de bureautaken verdelen, is het voor mij mogelijk om ook het uitvoerende werk te blijven doen. Zo houd ik verbinding met het team en met de klanten. Alexander en ik hebben elke vrijdag een gezamenlijke kantoordag. Zo houden we het bedrijf draaiende.”

Welke werkzaamheden voeren jullie uit?

“Van oorsprong zijn we een boomverzorgingsbedrijf dat zich richt op snoeien, kappen en herplanten van bomen. Maar door de jaren heen hebben mensen ons regelmatig gevraagd of we ook iets anders in hun tuin wilden doen, zoals het aanleggen en onderhouden van de tuin. Daardoor werken we intussen op twee fronten: we hebben een boomverzorgingsteam en een tuinaanlegteam.”

“Zelf maak ik deel uit van het boomverzorgingsteam. Het snoeien van bomen doen wij voor 90% klimmend. We kunnen in elke tuin aan de slag omdat we niet veel ruimte nodig hebben. We hebben nu vier goede klimmers en een aantal mensen die in opleiding zijn om klimmer te worden. Alleen bij uitzondering gebruiken we een hoogwerker.”

“Het is altijd teamwork. We zijn in totaal met z’n tienen. In een klus werk ik met drie à vier mensen samen, waarvan twee op de grond. Meestal zit ik boven in de boom. De mensen op de grond houden zich bezig met het afvangen, verzagen en opruimen van de takken. We werken in wisselende combinaties.”

Op welke plekken werk je graag?

“De ene keer werk ik op een prachtig landgoed, de andere keer zit ik te puzzelen in een kleine tuin. Juist die afwisseling vind ik leuk. Soms hang ik in een boom tussen twee buren die elkaar al tien jaar niet spreken. Het mooie is dat ik als onafhankelijke partij dan weleens de verbindende factor kan zijn, waardoor de buren weer met elkaar in gesprek komen.

Voorbijgangers stoppen vaak als ze ons zien werken. Dan vragen ze bezorgd of we een boom gaan kappen. Als het dan alleen om snoeien blijkt te gaan, zijn ze opgelucht. Soms komt de gemeente controleren of we ons aan de regels houden en netjes werken.”

Hoe besteed je aandacht aan duurzaamheid in je werk?

“De manier van snoeien is erg belangrijk. Wij snoeien op een manier dat de boom gezond verder kan leven. De wonden van het snoeien moeten zo klein mogelijk zijn, zodat de boom geen schimmels of infecties krijgt. Voor ons is leidend wat goed is voor de boom, niet of er net iets meer zonlicht op de zonnepanelen of op het terras valt. We hergebruiken al het groenafval in de vorm van houtsnippers of door een houtwal in de tuin aan te leggen. Zo’n houtwal kan weer een prachtig hotel zijn voor insecten, vogels en egels. Onze zagen werken op accu’s, zodat we het milieu zo min mogelijk belasten.

In de lente snoeien we minder omdat de sapstroom in de bomen dan op gang komt om de bladeren te laten groeien. Zo mag je een berk of es niet in het voorjaar snoeien omdat hij dan gaat bloeden.”

Je klimt in hoge bomen. Heb je nooit last van hoogtevrees?

“Een bepaalde mate van hoogtevrees heeft iedereen. Dat is ook goed. Je moet reëel zijn over de risico’s, bijvoorbeeld als het hard waait of een boom dood is. De eerste jaren had ik wel wat hoogtevrees, maar nu heb ik er geen last meer van. Alleen na een vakantie moet ik weer even wennen aan de hoogte waarop ik werk.”

“Als een boom dood is, zeker ik mij aan een boom ernaast. Als dat ook niet kan, maken we de boom vast aan een andere boom of moet er toch een kraan of hoogwerker aan te pas komen. Maar dat komt niet vaak voor. De meeste bomen kunnen een hoop hebben. Doordat ik weet welke bomen sterk zijn en welke niet, kan ik verstandige keuzes maken. Eiken, beuken en esdoorns zijn sterke bomen. Populieren zijn bijvoorbeeld veel minder sterk.”

Welke bomen of struiken vind je zelf mooi?

“Beuken vind ik prachtig. Het zijn echte woudreuzen. Ze zijn groot en magnifiek. Een bos begint vaak met berken en dennen. Na verloop van tijd nemen beuken het over, die overschaduwen de rest. Als die doodgaan, begint de cyclus opnieuw.

Als ik in een bos loop vallen mij voortdurend bijzonderheden op. Zo zie ik bijvoorbeeld spechtengaten. Dat is leuk, maar soms wordt het ook teveel. Mijn vrouw herinnert mij er zo nu en dan aan dat we in het weekend niet in het bos zijn om te werken, maar om lekker met de hond te wandelen.”  

Vind je het ook weleens jammer om een boom te moeten kappen?

“Jazeker. Gelukkig bestaat er een kapvergunning. Als men geen kapvergunning heeft, kap ik de boom niet. Als mensen wel een kapvergunning hebben, is de keuze al gemaakt. Dan adviseren we herplant van een andere boom. Gelukkig gaat een vergunning tegenwoordig steeds vaker samen met een herplantplicht. Gemeenten zijn hier goed mee bezig.”

Hoe ga je om met het broedseizoen van vogels?

“Het broedseizoen is niet meer zo vast als vroeger. Daarom checken wij in het voorjaar altijd of er vogels broeden voordat wij een boom snoeien. Bij een holle boom controleren we ook de holtes. Mocht er een vogel broeden, dan stellen we de werkzaamheden uit en komen een paar maanden later terug. Maar ik zie het vaak al vooraf aan de begroeiing. Als ik een boom zie met veel klimop erin, weet ik dat daar in het voorjaar vogels broeden. Dan adviseer ik om het snoeien uit te stellen. We hebben dan gelukkig nog genoeg ander werk te doen, bijvoorbeeld heggen snoeien.”

Heb je een opleiding in deze richting gedaan?

“Ik heb me tijdens het werk omgeschoold door middel van certificaten. Wij zijn intussen gecertificeerd en ook erkend als leerbedrijf. We leiden European Tree Workers (ETW-ers) op. Dat geeft een mooie wisselwerking. Wij geven onze kennis door, maar we krijgen van de leerlingen ook informatie over nieuwe ontwikkelingen in het vak.”

Kom je weleens in lastige situaties terecht?

“De contacten met mijn klanten verlopen eigenlijk altijd goed. Er is meestal een basis van vertrouwen. Natuurlijk zit het in het werk zelf weleens tegen. Soms is het koud, nat of is het werk zwaarder dan verwacht. Maar het is ook mooi om te ervaren hoe je je daar als team doorheen slaat. Juist dan is het een sport om het werk toch af te krijgen. De mensen die wij uitkiezen en die lang bij ons blijven, vinden het leuk om door te zetten in lastige omstandigheden.”

Wat vind je belangrijk naast je werk?

“Ik breng graag tijd door met mijn gezin. Zoals je hebt gezien, zijn onze kinderen nog jong. Mijn vrouw geeft les op een basisschool en daar verzorg ik zo nu en dan gymlessen of organiseer ik activiteiten tijdens een kamp. Dat doe ik als hobby. Daarnaast doe ik drie à vier keer per week aan survivalrun. Dat is hardlopen met hindernissen. In de zomer ga ik meestal een weekje naar de Alpen om te klimmen, samen met vrienden, mijn vrouw of Alexander. Dus eigenlijk ben ik ook in mijn vrije tijd veel met sport en klimmen bezig.”

Beschouw je boomverzorging als je werk of ook als je hobby?

“Allebei eigenlijk. Maar het is wel serieus. Samen met Alexander trek ik de kar van de onderneming. Dat is zeker niet vrijblijvend. Er zijn tien mensen voor hun inkomen afhankelijk van ons bedrijf. Maar ik geniet elke dag. Na een werkdag kom ik blij en opgeladen thuis.”

Waar ben je het meest trots op, Roël?

“Ik ben vooral trots op ons team. We gaan als vrienden naar een klus, werken intensief samen, nemen iets lekkers mee voor de lunch en hebben een mooie dag. Ja, ik vind dit werk echt heerlijk om te doen!”

DOWNLOAD DIT INTERVIEW ALS PDF